Heupklachten

Tachtig procent van de ouderen met heupslijtage is gebaat bij manuele therapie.

Bij patiënten met heupslijtage is manuele therapie effectiever dan het geven van fysiotherapie. Ook geeft manuele therapie meer verlichting van pijnklachten en stijfheid en meer verbetering bij het lopen. Dit blijkt uit het onderzoek waarop Hugo Hoeksma is gepromoveerd aan het VU medisch centrum. Heupslijtage (artrose) komt veel voor. Ongeveer tien procent van alle ouderen heeft deze aandoening.

Manuele therapie bestaat uit specifieke manipulatietechnieken die worden toegepast door gespecialiseerde fysiotherapeuten. 81% van de patiënten die met manuele therapie waren behandeld gaf na behandeling verbetering aan. Van de groep die met fysiotherapie was behandeld, was dat 50%. Daarnaast hield het effect stand tot zes maanden na het stoppen van de behandeling. Artrose kan niet genezen worden, maar de klachten kunnen wel worden verlicht met medicijnen en manuele therapie.

Het was al langer bekend dat het doen van oefeningen onder begeleiding van een fysiotherapeut effectief is. Manuele therapie blijkt echter meer verlichting van de klachten te geven en ook nog langer te helpen dan oefentherapie.

Hugo Hoeksma vergeleek in zijn onderzoek een groep patiënten die werd behandeld met fysiotherapie met een groep patiënten die manuele therapie onderging. Het onderzoek werd uitgevoerd op de polikliniek van ziekenhuis Leyenburg ziekenhuis in Den Haag en was in samenwerking met het NIVEL.
(Proefschrift: Manual therapy in osteoarthritis of the hip; Hoeksma, Hugo Luc-Jan. Amsterdam, VU, 2004. ISBN: 90-9017347-1.)

Bron: persbericht VU medisch centrum, www.vumc.nl